vrijdag 5 augustus 2016

Zwembandjes.

Je kan er op zitten. Ja, je kan er mee drijven. Je kan 'm op je hoofd zetten. Ik kies voor dat laatste. Voel me opgelucht en toch ook weer niet. Voel me als een vergiet. Ik lek lekker en dat is niet zo heel fijn. Gelukkig zie je er niets van. Of het zou die zachte bobbel moeten zijn die zich aftekent in mijn strak gesneden ondergoed. Het went snel. Te snel. Hoop er nog sneller weer vanaf te zijn.  Het is nu 10 dagen geleden dat de kanker mijn lichaam heeft verlaten. Dat is prettig, meer dan prettig. Maar wat was het daarna een gehannes zeg. Ik wens het niemand toe. Maar kan ook niet zeggen dat ik het er graag voor over had. Je gaat fit het ziekenhuis in en je komt er uit alsof je door de shredder bent getrokken. Opeens zijn hele vanzelfsprekende activiteiten onmetelijk intensieve handelingen geworden. Puffend en heigend werk ik aan mijn herstel. Veel drinken is een essentieel onderdeel en draagt bij aan een heldere sapstroom. Ik drink gelukkig graag. Maar helder werd het nooit.Vanochtend stond de verwijdering van de katheter op het programma. Ik had daar nog mijn sterke twijfels bij. En de uroloog ook. Maar uiteindelijk ben ik verlost van mijn 'buitenblaas'. Wat een opluchting.  Het doet wat met je. Ik ben er nog niet maar deze fase komen we ook door. En had ik al gezegd dat alle kaarten, berichten, telefoontjes en bezoeken mij ook tot grote steun zijn? Nou, dat zijn ze hoor!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten